Al mijn hele leven hou ik me bezig met bouwen in de ruimste zin van het woord. Als kind maakte ik modellen en bouwde ik mijn eigen steden rondom de treinbaan. Dat ik architectuur ging studeren was een logisch vervolg op waar ik me in mijn jeugd me bezig hield.
Gedurende 20 jaar heb ik nu een eigen architectenpraktijk, THVL architecten. In de loop van de tijd heb ik veel mooie opdrachten mogen ontvangen van diverse mensen. En elke keer was er die uitdaging om het meest geschikte gebouw voor die opdrachtgevers te ontwerpen. Van kinderboerderij tot designmuseum, van villa tot appartementengebouw. Op www.thvl.nl staan diverse projecten die het bekijken waard zijn.
Ongeveer 10 jaar geleden kregen we te maken met een “dip” in de bouwpraktijk. Ik kon mijn tijd niet meer geheel vullen met het architectenwerk. Ideeën waren er wel, fantasieën over landschappen en gebouwen. En met name ook het nadenken over de toekomst. Op dat moment kreeg de etalage van mijn bureau aan de Stratumsedijk in het centrum van Eindhoven als expositieplek een belangrijke rol.
Ik begon met het maken van maquettes op schaal H0. Een schaal die fervente modelbouwers wel kennen. Elk jaar zo tegen de kerstperiode aan probeerde ik weer een nieuw model in de etalage te exposeren. Van de modellen maakte ik films die op het YouTube kanaal zette. De maquettes zitten vol met beweging en licht. En er rijden auto’s en vrachtwagens rond. Veel te zien dus en de etalage werd dan ook door de voorbijgangers goed bekeken.
In de modellen kan ik mijn fantasie de vrije loop laten gaan. Niets is onmogelijk. Vliegende gebouwen, drijvende eilanden, oneindige kloven en steden. Mijn modellen exposeer ik nu ook op andere locaties. Zelfs het van abbemuseum heeft er aandacht aan besteed.
Inmiddels heb ik het gelukkig weer druk met mijn architectenwerk. Bij een aantrekkende markt heb ik weer een aantal projecten onderhanden. Maar ondanks de drukte blijf ik me bezighouden met het maken van modellen. “Hebworth meets Lubetkin” is de laatste.
Ik hoop dat mijn werk een inspiratie mag zijn voor de beschouwers.
Peer van Ling
2 oktober 2017